Norcross, 15 July 2002

 

 

 

Ho, Allemaal

 

Afgelopen weekend wezen duiken in de Cooper River.

 

‘Effe’ vertellen hoe het was.

 

De Cooper River is een van de vele 'black rivers'  van SC en GA.

Black vanwege the tannine, net zoals de Satilla waar we hebben gekanood.

 

We zouden eerst op vrijdag rijden om zaterdag the gaan duiken, maar op het laatste moment hebben we besloten om geld van een hotel overnachting the sparen.

We waren met zijn drieën en dan valt het rijden best mee.

 

’s Middags de auto geladen met 12 ! tanks en alle duik spullen en om half een ’s nachts (na een paar uurtjes dutten) samen gekomen bij de duikshop om de reis te beginnen.

De andere duikers waren Scott Harris van de duikshop en Terry.

De afstand was ongeveer 350 mi, en ze hadden ons verteld dat we minstens 6 uur nodig hadden, en dat we uiterlijk 7h30 op de bestemming moesten zijn.

Om een uur vertrokken en circa 6 uur waren op de juiste plaats. Viel dus erg mee, en het is erg lekker als je maar 1 ˝ uur hoeft te rijden en er was voldoende ruimte in de auto om te pitten.

 

Het was nog schemerig toen ook de ‘kapitein’ Bill Ruth arriveerde.

 

 

De boot was een “pontoon” boot met lekker veel ruimte – snel en een goede trap om aan boord te klimmen.

 

Troep erop, en weg – er was maar een andere duiker dus wederom lekker veel ruimte.

Na een klein uurtje varen waren we op de eerste plek.

 

 

De plaats waar gedoken wordt in de Cooper rivier, is relatief dicht bij de kust. Dat moet ook wel vanwege de stroming. De kunst is het om plekken te vinden waar a) wat te vinden is, b) de stroming voldoend is (te weinig is niet goed, want dan zie je niets, te veel is niet goed want dan zoef je over de bodem zonder te kunnen zoek) c) waar enig zicht is.

 

Die kennis en ervaring moet van de kapitein komen, Bill Ruth, welke ook veel wist te vertellen over de rivier, de geschiedenis en de vondsten (er was een redelijke bibliotheek aan boord).

 

De rivier is redelijk rustig, maar iedere 5 a 10 minuten komt er wel een vis of plezier boot langs!

Dus wel uitkijken met het opstijgen !

Daarnaast heb je ook nog alligators, die gelukkig redelijk lui zijn, en daarom niet de stroming opzoeken (Er zijn verhalen dat duikers ze tegen kwamen – maar dan vluchten de alligators meteen – schijnt het! We hebben verschillende alligators gezien, en zelfs een dolfijn !).

 

De rivier is donker bruin en redelijk troebel. De stroming varieert van matig tot ‘rip current’ en niet tegenop te zwemmen. Zicht varieert van een paar cm tot een halve meter. Er dringt bijna geen licht door tot de bodem, dus het is een regelrechte nachtduik – een goede lamp en back up lamp is een must – de opstijging gaat op je computer – en oren !

 

Nadat een gunstige plek is opgezocht worden alle duikers, een voor een, gedropt. Niet te ver uit elkaar – is te moeilijk om je weer op te pikken – niet te dicht op elkaar. Het is immers niet leuk als de stek al uitgekamd is door iemand anders. Ook is net niet leuk om in elkaar de lopen – je schikt je te pletter (is toch een paar keer gebeurd :-).

Voor de duik krijg je eerst  een briefing over de plaats, waar de kapitein zo goed mogelijk verteld over de bodem gesteldheid – waar is klei (harde of zachte), zand, en waar het gravel bed.

Meestal vrij accuraat, maar toch zat hij er een keer naast en was kennelijk de rivier loop veranderd mogelijk tengevolge van de harde regen afgelopen week.

 

De eerste paar duiken zijn redelijk enerverend en vereisen redelijk conditie en duik ervaring.

 

Je springt over boord ( de kapitein doet de buddy check – fles open – licht aan – BCD leeg – “river pick” (een oude schroevendraaier bijv. in de hand). Uitademen en “jump” – klaren en als een baksteen afdalen – met een oog (en lamp) je diepte meter in de gaten houden tot je op de bodem smakt. Je moet duiken met extra lood, want je wil op de bodem liggen.

 

De ‘river pick’ is ook een must, en was voor mij een groot uitgevallen schroevendraaier met veiligheidskoord om je pols. Dat ding heb je nodig om houvast te houden in de stroming.

Bij de afdaling goed uitkijken voor boomstammen – daar wil je niet op vallen.

De eerste 5 meter is er nog een beetje licht op de bodem (10 tot 13 m diep) is het donker, en ben je afhankelijk van de lamp.

 

Zodra je op de bodem bent (en weer op adem) controleer je eerst al je spullen – en dan op zoek.

 

Eerst moet je geschikte bodem vinden, dat is een soort gravel road of gravel pits – afhankelijk van de locatie. Soms is er zand, of zachte of harde klei.

Je kan alleen naar voren (tegen de stroom in), links vooruit of rechts vooruit – nooit achteruit met de stroom mee, in verband met de bomen!

Zicht varieert ieder moment en af en toe komt er een berg groente langs die je om de hals blijft hangen – je schikt je te pletter – en het moeilijk om weer kwijt te raken.

 

 

Hierboven een foto van zondag – dame (Marsha Oliver – een mollige huisarts uit SC – duikend met een complete ‘grot’ uitrusting (dubbel HP(4500 psi) 15 liter ) wordt bevrijdt van haar soep groente.

 

Alle interessante zaken spoelen van stroom opwaarts of komen uit de klei. Er is een constante aanvoer van artefacten.

 

Alles wat je vindt en geen steen of hout is, stop je in je buidel – of in je wetsuit of skin.

Ik dook met een geleende skin – het water was voldoende warm – zelfs nog na 4 keer een uur gedoken te hebben.

 

Wat kan je vinden: a) fossielen (van haaien, schildpadden, walvissen, kamelen, mammoeten, etc.), b) oude gebruiksvoorwerpen, c) niets. Alles wat je niet weet – neem je mee naar boven – om het daarna weer terug te geven aan de rivier – we hebben tonnen stenen verplaatst :-)

De ideale vondsten zijn – Megadon tanden (liefs gaaf en groot – kunnen 6” groot zijn) – pijlpunten – oude flessen, etc.

 

Het vinden vraagt ervaring – en geluk natuurlijk. Met meer duiken vond je meer en meer – je moet er oog voor krijgen. Soms ook vindt je niet eens ‘gravel’!

 

Wij doken met 10 en 15 liters – de 10 liter was ruim voldoende – want recht tegen de stroming ging toch niet. Maximale duiktijd een uur! De river pick is een ‘must’ om je vast te houden als je iets gevonden hebt. In het begin stopte ik alles in een canvas zak, later ben ik alles in mijn wetsuit gaan stoppen (via mijn kraag – was gewoon sneller en makkelijker).

 

De kapitein hield alle duikers in de gaten – op basis van de bellen, en het was ongelofelijk hoe goed hij dat deed. Hij wist precies wie waar was, en hoe je aan het zwemmen was. Het op tijd duiken is heilig – een uur en beslist niet langer. Is allemaal veiligheid – en zelfs als je vast komt te zitten – rustig blijven en zuinig ademen !

We hebben erg veel bomen gezien maar het viel best mee. Gewoon opletten !

 

Zaterdag heb ik maar 2 duiken gemaakt, want ik kreeg koppijn en was misselijk – was gelukkig over op Zondag – Zondag 5 duiken gemaakt, waarvan een maar een half uur, omdat de stek ‘leeg’ was. Iedereen kwam omhoog omdat er niets te vinden was.

 

 

Hierboven zie je wat ik heb gevonden – is ook een kwestie van leren, en al doende leert men.

 

De linker fles is een zogenaamde ‘3 $c melk fles’ van begin 1900, de rechter fles een bierfles van rond 1870 (gedateerd op basis van gebruikte productie techniek).

Daaronder een aantal haaien tanden en fragmenten.

 

Deze rum fles (helaas niet door mij gevonden) is van vroeg 1740 !

 

 

En hier een foto van een tinnen voorwerp door mij gevonden – en we hebben geen idee wat het is !

 

 


Bij elkaar een leuk weekend met veel plezier !

 

 

Groetjes,

 

Frank